Elif Shafak (1971) is een Turks-Britse schrijfster die in het verleden vanwege haar boeken werd vervolgd door de Turkse overheid. Ze woont in Londen en is professor aan de universiteit van Oxford. Ze schrijft in het Turks en het Engels en bracht al negentien boeken uit, zowel fictie als non-fictie. Shafak is een TED global speaker en zet zich in voor minderheden, een thema dat ook vaak in haar boeken voorkomt. Het eiland van de verdwenen bomen verscheen in 2021.
Burgeroorlog
In de zomer van 1974 ontmoeten de Griekse Kostas en de Turkse Defne elkaar stiekem in taveerne De Blije Vijg, waar een vijgenboom door een holte in het dak omhoog groeit. De uitbaters Yiorgos en Yusuf nemen de jonge geliefden onder hun vleugels. Als Kostas’ moeder te weten komt dat haar zoon verliefd is op een Turks moslimmeisje stuurt ze hem naar een oom in Londen. Dan breekt er een burgeroorlog uit die het land in tweeën splijt. Kostas kan niet meer terug naar zijn thuisland en Defne blijft alleen achter. Pas in 2000 keert Kostas terug naar Cyprus waar hij opnieuw contact zoekt met Defne. Ze werkt als archeologe voor de Internationale Commissie voor Vermiste Personen en is al jaren op zoek naar Yiorgos en Yusuf, die in 1974 spoorloos verdwenen.
“Liefde is de dappere bekrachtiging dat je hoop hebt. Je omhelst de hoop niet als dood en vernietiging het voor het zeggen hebben. Je trekt niet je mooiste jurk aan en steekt geen bloem in je haar als je bent omringd door brokstukken en scherven. Je verliest je hart niet op een moment dat ieders hart afgesloten moet blijven, juist voor degenen die niet van jouw geloof zijn, niet van jouw taal, niet van jouw bloed. Je wordt niet verliefd in de zomer van 1974 op Cyprus. Niet hier, niet nu. Maar toch waren ze daar, die twee.”
Echo’s
Vele jaren later rouwt Ada, de dochter van Defne en Kostas, in Londen om haar overleden moeder. Door het verlies groeien vader en dochter steeds verder uit elkaar. Een incident op school en de komst van Defne’s zus Meryem brengen heel wat veranderingen teweeg in het leven van het introverte tienermeisje. Dankzij haar tante komt Ada meer te weten over de geschiedenis en de tradities van het land waar haar ouders opgroeiden. Ze wroet in het verleden en gaat op zoek naar haar wortels. De mysterieuze vijgenboom in de achtertuin is haar enige aanknopingspunt. De auteur geeft de familiegeheimen van de familie Kazantzakis maar met mondjesmaat prijs. Ze reist gezwind heen en weer door de tijd, van de donkere oorlogsjaren in Cyprus naar het hedendaagse Londen en terug.
“In het echte leven krijgen we verhalen immers niet in één keer te horen, zoals in de geschiedenisboeken, maar komen ze in stukjes en beetjes tot ons, in flarden en halve echo’s, hier een complete zin, daar een brokstuk, met daartussenin een verborgen aanwijzing. Anders dan in boeken moeten we in het echte leven onze verhalen weven met draden zo dun als de tere aderen in de vleugels van een vlinder.”
Vijgenboom
Shafak mixt in haar roman westerse en oosterse verteltradities. Ze maakt gebruik van wisselende perspectieven en koppelt daar telkens een andere schrijfstijl aan. Zo wordt een deel van het verhaal verteld door een bijzondere alwetende verteller: de vijgenboom. Een originele vondst die steeds beter blijkt te werken naarmate het boek vordert. De vijgenboom is getuige van de tragische geschiedenis van Cyprus én van de ontluikende liefde tussen Kostas en Defne. De vijgenboom vertelt ook over de kracht van de natuur, over de wondere wereld van bomen, vogels en insecten. Het eiland van de verdwenen bomen is een betoverende roman die bij momenten leest als een sprookje, boordevol symboliek en magische elementen.
“Net zoals alle bomen eeuwig communiceren, concurreren en coöpereren, zowel boven als onder de grond, zo geldt ook voor verhalen dat ze op elkaars onzichtbare wortels ontkiemen, groeien en tot bloei komen.”
Melancholische roman
Elif Shafak schreef met Het eiland van de verdwenen bomen een meeslepende en melancholische roman over liefde en verlies, maar ook over migratie, oorlog, de klimaatcrisis en nog zoveel meer. Ze schreef een adembenemend mooi boek, doorspekt met poëtische zinnen, hartverscheurende scenes en interessante beschouwingen over de natuur. Desondanks leest het boek erg vlot en bevat het ook een zekere lichtheid en zelfs een vleugje humor. Een literaire parel om te koesteren!
“Als de nacht je huid kuste, zoals hij altijd deed, rook je de jasmijn in zijn adem. De maan, die daar dichter bij de aarde is, hing met zijn vriendelijke schijnsel boven de daken en wierp een zachte gloed over de smalle steegjes en geplaveide straatjes. Maar helaas waren er donkere schaduwen naar binnen gedrongen in het licht. Fluisteringen van wantrouwen en samenzwering ruisten door de duisternis. Want het eiland was in twee delen gespleten: het noorden en het zuiden. In beide delen heerste een andere taal, een ander alfabet, een andere herinnering, en als de eilanders gingen bidden, was dat zelden tot dezelfde god.”
2021 – Uitgeverij Nieuw Amsterdam – 364 blz. – Vertaling: Manon Smits